De website “Corona papers” is enige tijd de lucht ingegaan, onder aanvoering van de hoogleraren Boogers en Boogaard en Thorbecke-fellow Van der Wal, met steun van het ministerie van BZK. Op deze website kunt u reflecties lezen over de pandemie, politiek en het binnenlands bestuur, met bijdragen vanuit allerlei disciplines, organisaties, universiteiten en praktijken.
De nieuwe serie “Corona Colleges” is een vervolg op de eerdere VB Special State of Science (S-SoS) reeks – die u hier kunt bekijken – maar wijkt daar ook van af. De nieuwe reeks start niet alleen bijna een jaar na de uitbraak van de Covid-19 pandemie, maar vooral ook vanuit geschreven bijdragen, die niet primair ‘bestuurskundig’ zijn, maar die wel relevant zijn voor de bestuurskunde en de bestuurspraktijk. De nadruk ligt bovendien op het decentrale bestuur en bestuurspraktijken, dicht bij burgers en bedrijven.
Iedere week een nieuwe video, waarin een of meer auteurs stil staan bij de bestuurlijke aanpak van de Covid-19 pandemie, en bij de bestuurlijke implicaties. Wat kunnen we leren aan en van de Corona-aanpak?!
Opgaven voor de overheid door en na Corona
Rien Fraanje, secretaris-directeur van de Raad voor het openbaar bestuur (ROB), bespreekt de invloed van Corona op het openbaar bestuur. Hij gaat in op vijf ontwikkelingen die niet in alle opzichten door Corona veroorzaakt zijn, maar die wel door Corona zijn uitvergroot. Ten eerste de problematische financiën van decentrale overheden, i.h.b. gemeenten. Gemeenten kennen al langer structurele tekorten, met nadruk op domeinen als de jeugdzorg, en daarachter gaat een structurele onevenwichtigheid schuil tussen taken en bevoegdheden. Corona kwam daaroverheen, met zowel derving van inkomsten als grotere uitgaven. Door steunmaatregelen is de eerste nood geledigd, maar na Corona ligt hier een duidelijke opgave voor een nieuw kabinet, ook in relatie tot de herverdeling van het gemeentefonds. Ten tweede de regionalisering, waarbij steeds meer taken naar de regio gaan. Denk aan regiodeals, regionale uitvoeringsdiensten, regionale energietransitie, jeugdzorg. Dat is bijzonder, want de regio is geen formele bestuurslaag, met democratische legitimiteit. Dat is gedoogd, maar de houdbaarheid daarvan wordt mede door Corona steeds lastiger, vooral door de (vergaande) invloed van de veiligheidsregio’s. Dat knelt. Ten derde tegenstellingen in de samenleving, die al langer worden besproken, mede door onderzoek van het SCP en het Continue Onderzoek Burgerperspectieven. Corona heeft tegenstellingen versterkt, tussen rekkelijken en preciezen, en tussen groepen mensen die heel verschillend worden geraakt door de crisis, onder meer via werk, inkomen en bestaanszekerheid. Ten vierde de democratische teloorgang. Vooral door Corona is besluitvorming gestroomlijnd, met nadruk op daadkracht. Maar acute crisis is een chronische crisis gebleken. Sommige democratische spelregels zijn buiten werking, hoe herstellen we die? Ten vijfde democratische (on)zorgvuldigheid. Met een nadruk op slagkracht is de rechtstaat deels buiten werking gesteld, vooral via noodwetgeving. Hoe keren we terug naar de oude situatie, met vooral ook tijd en zorgvuldigheid in plaats van vooral slagkracht? Noodwetgeving buiten terugdraaien blijkt lastig, zoals de nog steeds bestaande Crisis- en herstelwet (ingevoerd na de financieel-economische crisis) laat zien. Al deze ontwikkelingen betekenen grote opgaven voor de overheid, terwijl het gezag diezelfde overheid tanende is. De kinderopvangtoeslag (KOT), de nadruk op uitvoeringsorganisaties, en de aanpak van de Corona-crisis zelf heeft het vertrouwen niet versterkt.
Lange leve burgerinitiatieven? Maatschappelijk engagement tijdens de Corona crisis
#Hoe dan? Contact maken tijdens Corona
Op grond van hun paper “Op de tast. Over de complexiteit van contact maken tijdens Corona”, onlangs gepubliceerd op Coronapapers.nl, gaan Els van der Pool, lector aan de HAN, en Guido Rijnja, werkzaam bij de RVD, in op het maken van contact tijdens Corona. Of beter, op de lastigheid daarvan. Echt contact maken draait om drie zaken: aanspreekbaarheid, wederzijdse welwillendheid, en gedeelde spelregels. Vanwege de onzichtbaarheid van het virus, de schaal van de pandemie en het ongewisse verloop ervan, is het moeilijk om die zaken overeind te houden. Dat roept de vraag op hoe we daar desondanks aan kunnen werken. Els en Guido bespreken meerdere ‘contactsleutels’, die dat kunnen stimuleren. Denk daarbij aan actieve openbaarheid, het opdiepen van en aanspreken op waarden, en toegankelijke taal. Contact maken wordt dan een kwestie van waarderen, in de zin van zowel waarden centraal stellen, als de ander appreciëren. Daarover willen Els en Guido overigens zelf graag ook met u in contact komen!
De kracht van verbeelding. Over het gemis aan rituelen tijdens Corona
Marcel Barnard, hoogleraar aan de Protestantse Theologische Universiteit, gaat in op de liturgie van de anderhalvemetersamenleving – op de rituelen en symbolen die sinds Corona onder druk staan, en de nieuwe rituelen die gevormd worden, en vooral het gebrek aan richtinggevende rituelen, zeker in de onlinewereld waarin we terecht gekomen zijn. De bestrijding van het Corona-virus grijpt sterk in op rituelen die onze dagelijkse orde vestigen en legitimeren. Rituelen zijn de vaste handelingspatronen die onze maatschappelijke orde vormen en versterken, vol van symbolen en symbooltaal. Dat varieert van etentjes, verjaardagen, afstudeerfeestjes, via trouwerijen, tot 4 en 5 mei en Prinsjesdag. Dergelijke vaste handelingen (bijvoorbeeld: 3e dinsdag in september, Koning en Koningin op weg naar de Ridderzaal, troonrede), de bijbehorende symbolen (Gouden Koets, hoeden), en symbooltaal (“leve de Koning”) maken wie we zijn. Ze legitimeren onze orde, bijvoorbeeld onze parlementaire orde, ze engageren, ze herbevestigen draagvlak, en ze verbeelden. Ze bepalen wie we zijn, onze identiteit. Ze drukken tevens idealen en dromen uit, zoals die van een krachtige parlementaire democratie en constitutionele monarchie. Met de strikte Corona-regels staan worden dergelijke rituelen ons ontnomen, zowel in het groot als in het klein, in het persoonlijke leven. Ofschoon de politiek nieuwe symbolen en symbooltaal is gaan gebruiken, zoals de beeldspraak tijdens de persconferenties van de minister-president en de minister van VWS – ‘dashboard’, ‘achteruitkijkspiegel’ – missen deze nieuwe rituelen de kracht van de rituelen die onderdrukt worden. Ze verbeelden weinig, ze impliceren geen ideaal, geen ‘promised land’. De tegenstemmen, zoals Viruswaarheid en antivaxers, gebruiken hun eigen symbolen, maar die staan los van de werkelijkheid, en ze ondergraven de sociale orde. In de nu dominerende onlinewereld wordt dit gemis aan engagement en verbeelding versterkt. Het ontbreken van het fysieke contact is onbevredigend. Paradoxalerwijs laat de minister-president en de ministerraad dat zelf zien: ministers komen bij elkaar, er zijn ontmoetingen op het Catshuis, de persconferenties zijn live. Dat bewijst het belang van werkelijke connecties, of het nu een persconferentie of een (digi)borrel betreft. Dankzij Corona is dit besef groter dan ooit
Een solidariteitsvirus? Over de waarde van burgercollectieven in en na Corona
Veiligheidsregio’s van hulp- naar hoofdstructuur: Regionale verschillen verklaard
In de tweede video van VB Corona Colleges (VB-CC) gaan Caspar van den Berg, hoogleraar Global and Local Governance aan de Campus Fryslân van de RUG, en Sofie Dreef, senior consultant bij Berenschot en promovenda bij de Campus Fryslân, aan de hand van hun paper “Regionaal bestuur tijdens de Corona crisis” in op de regionale aanpak van Corona. Eerst maken zij de balans op: hoe ligt de regio er nu bij, aan het einde van Rutte III, een kabinet dat de samenwerking met de regio wilde versterken? Hun oordeel is genuanceerd: in sommige gevallen werkte de regio goed, zoals bij de regiodeals of regionale energiestrategieën, maar in andere gevallen bestaan er nog vooral uitdagingen, zoals in het dossier stikstof, of als het gaat om weinig effectieve dan wel weinig (democratisch) verankerde samenwerkingen en/of partnerships. De grootse impuls voor de versterking van regio’s was evenwel onverwacht: de Corona-crisis. Die heeft de veiligheidsregio van hulp- naar hoofdstructuur omgevormd. Gedurende de Corona-aanpak is er afhankelijk van de fase meer of minder regionale differentiatie mogelijk geweest; dat voltrok zich in golven. Caspar en Sofie laten zien hoe de nadruk tussen maart en december 2020 soms meer op landelijke maatregelen lag, inclusief landelijke lock downs, en dat soms meer regionale regie en ruimte mogelijk bleek. Ook in geval van strikte landelijke maatregelen, kon er sprake zijn van regionale afwijking, onder regie van de veiligheidsregio. Denk aan de beperking van het aantal mensen in een binnenruimte tot 30 personen, waar veiligheidsregio’s onder de noemer van ‘groot regionaal belang’ van af konden wijken. Maar Caspar en Sofie tonen aan dat de regionale differentiatie al met al beperkt is geweest, vooral gelinkt aan gebied-specifieke kenmerken. Daarbij kun je denken aan de regionale economische infrastructuur (nertsenfokkerijen in de regio, bijvoorbeeld, of Schiphol?), wel/geen studentenstad, veel/weinig recreatie, culturele tradities (Sint-Maarten, bijvoorbeeld, of carbid schieten?), wel/geen grensregio? De verklaring voor de beperkte differentiatie is drieledig: 1) regionale verschillen leiden tot onduidelijkheid voor burgers en bedrijven; 2) het versterkt de vrees voor het ‘waterbed-effect’ (problemen verschuiven naar elders); 3) het is financieel-economisch riskant, omdat er claims bij decentrale overheden neergelegd kunnen worden. Tot slot verkennen ze de maatschappelijke en culturele inbedding van de regio. Want de verschillen kunnen ook door dieperliggende factoren worden verklaard: de regionale tradities, gebruiken, ideologische overtuigingen. Maar daar is nog meer onderzoek voor nodig, en wellicht een volgend Coronapapers.nl paper.
Regionale Aanpak van Corona: Decentralisatie of Discriminatie?!
In de eerste aflevering van de VB Corona Colleges een van de trekkers van www.coronapapers.nl, prof. Geerten Boogaard, hoogleraar Decentrale overheden aan de juridische faculteit van de Universiteit Leiden. Aan de hand van zijn corona.nl paper “Verschil in verhoudingen” en het onderzoek dat daarmee verbonden is, gaat Geerten in op de rol van regio’s in de aanpak van de Corona-crisis. Hij analyseert of en in hoeverre er regionale verschillen bestaan, en of zulke verschillen te rechtvaardigen zijn. Ofschoon er duidelijke argumenten bestaan voor regionale differentiatie, zoals maatwerk en autonomie, kunnen de verschillen tevens leiden tot juridisch en maatschappelijk ongewenste uitkomsten. Op basis van onderzoek laat Geerten zien dat er verschillen ontstonden, bijvoorbeeld als het ging om handhaving, naast allerlei procedurele kwesties, maar dat het aantal afwijkingen meeviel, en dat er afstemming tussen regio’s plaatsvond. Dat betekent niet dat de Corona-aanpak dan maar geüniformeerd moet worden, want het decentraal afwegen en afstemmen, en dan tot ‘eenheid’ komen, creëert eigenaarschap en legitimiteit op regionaal niveau. Geerten laat verder zien dat de regionale aanpakken institutionaliseren, via het veiligheidsberaad en via zogenoemde digitale regionale democratie. Ook dat versterkt de kracht van regio’s, en biedt kansen.