3 januari 1927 – 19 mei 2020
Herinneringen, door Arno Korsten en Joyce Sylvester

Kas Kastelein en zijn invloed op de bestuurskunde
Door prof.dr. Arno Korsten
Prof.dr. J. Kastelein is op 19 mei overleden. Hij studeerde organisatiesociologie aan de Universiteit Leiden en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen (1970). Hij was vele jaren hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij een leerstoel bekleedde met de titel: “Bestuurskunde in het bijzonder public sector management en organisatie.”
Hij had gewerkt bij het Staatbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (PTT) en daar ervaring opgedaan die bruikbaar was in zijn colleges en voor zijn boek Modulair organiseren doorgelicht (1985). Met dat boek zou hij faam verwerven. In 1985 kende de Vereniging voor Bestuurskunde (VB) hem hiervoor de G.A. van Poeljejaarprijs toe.
Kas Kastelein was binnen de VB en ook in de wereld van de politie, waar hij advies uitbracht, een opvallende verschijning met zijn grijze gecoiffeerde snorretje en zijn vriendelijk uitgestraalde mildheid. Kas was een toonbeeld van verbinding tussen theorie en praktijk en terug. Blijkens zijn bijzondere hoofdwerk en zijn promovendi heeft hij invloed gehad op de Nederlandse bestuurskunde, in het bijzonder de organisatiekunde.
Ik maakte met Kas, of het in Leuven was of elders, altijd wel een praatje. Daaruit bleek dat hij sterk internationaal gericht was. Kas was desalniettemin vaak aanwezig op de Algemene Ledenvergadering van de VB. Steeds afgereisd uit Zutphen waar hij woonde. Kas was immer vriendelijk en betrokken bij de vereniging. Aanwezig, maar toch ook buitenbeentje. Hij was geen man die frequent de media opzocht met een opiniebijdrage. Ik kan me er geen herinneren. Hij hoorde ook niet echt tot de inner circle van de bestuurskunde-hoogleraren waarvan de ‘leden’ elkaar troffen bij oraties of afscheidscolleges in Leiden, Utrecht, Rotterdam, Tilburg, de VU Amsterdam of Nijmegen. Maar was je naar Leuven gereisd om een afscheidscollege van professor Roger Deprez te beluisteren dan kon je ineens Kas Kastelein aantreffen. Kas kende een aantal van zijn collega-hoogleraren uiteraard wel, maar vertoefde met zijn onderzoek en advieswerk hoofdzakelijk in een eigen domein. Hij richtte zich op organisatie en management, monitoring, ICT-processen.
Buitenbeentje was Kas ook in ander opzicht. Hij heeft weinig tot niets gepubliceerd in het tijdschrift Bestuurskunde en eigenlijk ook na Modulair organiseren doorgelicht weinig in de Nederlandse taal in boekvorm. Kas was vooral internationaal actief. Altijd wel een paper op bijeenkomsten van de European Group of Public Administration (EGPA). Blijkbaar zocht hij met name het internationale forum.
De invloed van Kas op de discipline is mijns inziens drieledig. Ten eerste legde Kas de verbinding met de bedrijfskunde. In het tijdschrift Management & Organisatie (M&O) is door anderen in zijn voetsporen geschreven over het concept modulair organiseren. Ten tweede was Kas een duidelijke inspiratiebron voor zijn studenten. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een advertentie waarin vier promovendi (Yvonne Burger, Jesse Bos, Joyce Sylvester en Henja Treur) hun eer betuigen aan hun leermeester. Proefschriften die onder supervisie van Kas verschenen zijn immer goed ontvangen. Ten derde streefde Kas voortdurend naar de verbinding van wetenschap en praktijk. Hij heeft veelvuldig publieke organisaties van advies voorzien, iets wat tot voor kort links en rechts nog wel eens gebeurde.
De bestuurskunde verliest met Kas Kastelein een bijzondere en integere deskundige. De vereniging zal hem herinneren als een gewaardeerd en betrokken lid.
Door dr. Joyce Sylvester
In de wilde oertijd tot de bestuurskunde geroepen
Op Hemelvaartsdag checkte ik mijn mail en kon mijn ogen niet geloven: ‘Lieve Joyce, het spijt me ontzettend om je te moeten mailen dat sterke, stoere Kas voorgoed afscheid heeft moeten nemen van het leven waar hij zo aan was gehecht. In verband met corona kan er helaas geen afscheidsceremonie plaats vinden. Kas wordt maandagmiddag in besloten familiekring gecremeerd, daarna zullen er kaarten worden gestuurd, maar ik wil je dit toch persoonlijk laten weten.’ Ik voelde mij verdrietig en langzaam drong de boodschap tot mij door; Kas is er niet meer. Hij bereikte de eerbiedwaardige leeftijd van 93 jaar.
Prof.dr. J. Kastelein was een VB lid van het eerste uur. Gedreven was hij en inhoudelijk goed voorbereid en vaak met een voor die gelegenheid speciaal geschreven paper bezocht hij VB bijeenkomsten in het binnen- en buitenland. In zijn jongere jaren op de motor en altijd bezig om praktijk en theorie te laten samen komen in zijn geliefde bestuurskunde.
Begin jaren 90 leerde ik hem kennen toen hij hoogleraar organisatiekunde was aan de Universiteit van Amsterdam. Kas, zo werd hij genoemd door kennissen en vrienden, vertelde in de loop der jaren vaak over professor Leemans, die directeur was van het Instituut van Bestuurskunde van de UvA. Door Van Strien en Hutte was Leemans op het spoor van Kas gezet en Leemans had Kas gevraagd te komen praten over een deeltijdaanstelling. Hij zocht namelijk iemand die beschikte over wetenschappelijke kwaliteiten en over praktische- en managementervaring. Kas werkte destijds als adjunct-hoofd van de Centrale Afdeling Organisatie bij het staatsbedrijf PTT en had er wel oren naar om zonder dat hij artikelen moest voorleggen aan de DG van Verkeer en Waterstaat te kunnen publiceren met een legitimerend hoofddeksel. Het gesprek bij Leemans verliep wat merkwaardig, zo vertelde Kas ooit, want het leek op een kruisverhoor en vond plaats op een rokerige zolderkamer in een oud grachtenpand aan de Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam. De uitkomst was positief en Kas werd aangesteld als deeltijdlector in de bestuurskunde.
Zijn boek Modulair organiseren doorgelicht, tussen autonomie en centrale beheersing dat in 1985 voor het eerst verscheen was voor mij verplichte stof toen ik bij hem aan de UvA organisatiekunde volgde. Ik vond het een fascinerend boek en raakte, door wat er destijds onder Thatcher gebeurde in Engeland, geboeid door het onderwerp externe verzelfstandig en privatisering. Kastelein was bereid om mijn promotor te worden en naast een voltijdse baan ging ik met het onderzoek aan de slag. Ook Yvon Burger, Jesse Bos en Henja Treur waren bezig met promotieonderzoeken bij Kas en zo besloten wij met elkaar te gaan optrekken.
Kas deed zijn uiterste best om ons alles mee te geven en toen ik eens bij hem thuis was in Zutphen om over de opzet te praten zag ik vier schoenendozen staan met onze namen er op geschreven. Zo hadden wij een plekje bij hem thuis en zijn aantekeningen, relevante artikelen en concepten van teksten kwamen zo keurig op de goede plek terecht. Bij binnenkomst werd de juiste doos gepakt. Uiteindelijk promoveerde ik bij Hendrik Jan de Ru, hoogleraar staats-en bestuursrecht aan de VU omdat ik enorm in de vertraging kwam nadat ik zwaar gewond was geraakt na een noodlottig treinongeval bij Hoofddorp in 1992. Keurig droeg Kas mij over want toen ik weer verder kon was hij inmiddels emeritus. Wij bleven al die jaren contact houden en ik bleef onderdeel uitmaken van het zgn. promovendiclubje. In 2000 promoveerde ik op een boek getiteld De praktijk van privatisering en Kas was erbij toen ik ‘hora est’ hoorde.
Vorig jaar zomer was Kas nog bij mij thuis tijdens een barbecue in de tuin en stonden hij en zijn geliefde Wil nog mee te swingen op de vrolijke muziek van een Surinaamse band. Hij had het weer over de wilde oertijd, de periode in zijn leven toen hij tot de bestuurskunde werd geroepen. Vaak sprak en schreef hij over de bestuurskundige identiteit. Een onderwerp dat hem fascineerde.
Wat ben ik dankbaar hem te hebben gekend. Hij was niet alleen mijn leermeester, maar die van velen. De collegebanken waren vol en de interesse in wat hij te vertellen had was groot onder de studenten. Hij was precies en toegewijd en ging conflicten niet uit de weg. Hij ging altijd moedig voorwaarts en bleef tot op het laatst bezig met zijn bestuurskunde.
Ik zal hem missen!